Interne vluchtalternatief in Afghanistan: Kaboul, Jalalabad?
In 2019 registreerde de UCDP meer dan 31.200 sterfgevallen in Afghanistan, oftewel 40 procent van alle sterfgevallen als gevolg van georganiseerd geweld in de wereld. In 2019 waren de Afghanen volgens het CGRA de grootste groep verzoekers om internationale bescherming in België en volgens EASO de op één na grootste in Europa. Het is ook een van de nationaliteiten met de grooste aantal positieve beschermingsbeslissingen. Maar bieden de steden Kabul en Jalalabad een redelijk intern beschermingsalternatief voor afgewezen asielzoekers?
Opvang : uitsluiten is geen oplossing
“Asiel aanvragen” via het elektronische formulier dat door de autoriteiten om gezondheidsredenen wordt opgelegd, is wel degelijk “asiel aanvragen”. Het is tijd dat de Belgische staat de werking van zijn opvangnetwerk structureel onder de loep neemt, in overeenstemming met de internationale verplichtingen van België.
Language variation in the asylum procedure
The impact of language variation in the asylum procedure is vastly underrated, both during the asylum interview and in the further course of the asylum procedure. As a result, important factual information might be lost, which may compromise a reliable representation and evaluation of the application. This problem arises in particular when using world languages such as English, French or Arabic. This concept paper focuses specifically on the use of English as a contact language.
NANSEN Note 2020-2: erkende vluchtelingen in EU-lidstaten
Internationale bescherming kan opnieuw worden toegekend in België, maar enkel als het wederzijds vermoeden van vertrouwen dat tussen de verschillende EU-lidstaten geldt, kan weerlegd worden. Deze weerlegging kan volgens het CJEU gebeuren op basis van artikel 4 van het Handvest Grondrechten/artikel 3 EVRM, maar de toetsingsdrempel voor de toepassing van dit artikel is erg hoog. Bovendien interpreteren verschillend rechtshoven de toetsingsdrempel anders en houdt het CJEU wel rekening met individuele gedragingen van de verzoeker, terwijl dit bij het EHRM niet zo is.
Opvang van asielzoekers: belemmerd in naam van gezondheidsmaatregelen
Deze gedwongen uitzetting is in strijd met hun waardigheid. Het is ook een bedreiging voor de toegang tot het asielrecht. Zo worden mensen die in uiterst precaire levensomstandigheden worden gehouden, ontmoedigd in hun toegang tot bescherming. In de vonnissen die sinds de lockdown tegen Fedasil zijn uitgesproken, hebben de arbeidsrechtbanken herhaaldelijk benadrukt dat de ontbering van de opvang die aan de aanvragers van internationale bescherming wordt opgelegd, hen en de bevolking in haar geheel een aanzienlijk groter risico voor de gezondheid oplevert.
NANSEN Profiel 2020-4 De beschermingsnood van Palestijnse kinderen in Libanon
De Palestijnse vluchtelingen in Libanon zijn het slachtoffer van ernstige systematische discriminatie. Hun levenskwaliteit wordt hierdoor sterk beïnvloed. Omdat ze in Libanon staatloos zijn, hebben Palestijnse vluchtelingenkinderen geen toegang tot onderwijs of gezondheidszorg en worden ze onderworpen aan zwaar disciplinaire en lijfstraffen. Het welzijn van kinderen die in vluchtelingenkampen leven wordt nog verergerd door de blootstelling aan armoede, marginalisatie en overbevolking. En de voortdurende vermindering van door UNRWA geleverde diensten heeft belangrijke gevolgen voor Palestijnse vluchtelingen die niet langer in staat zijn in minimum levensbehoeften te voozien.
NANSEN Profiel 2020-2 – Verwesterde Afghaanse Vrouw – Risico in geval van terugkeer
Voor een vrouw in Afghanistan is het onmogelijk te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk. Niet alleen kan geweld binnen het huwelijk niet gerapporteerd worden, scheiden is ook quasi onmogelijk en als zij wegloopt riskeert zij strafrechtelijk vervolgd te worden.
De misdaden die zina genoemd worden (running away) zorgen ervoor dat zij eerst al een groot risico lopen op vervolging omdat zij lange tijd zonder mannelijke supervisie hebben doorgebracht in het buitenland, dus ipso facto beschouwd worden als een dader van zina.
NANSEN Note 2020-1 Medisch-forensische documenten in de asielprocedure
Doordat asielzoekers zich in een kwetsbare situatie bevinden zijn zij niet altijd in staat zijn om te voldoen aan de eisen van de asielprocedure. Zo stelt het VN-comité tegen foltering “The State party has pointed to contradictions and inconsistencies in the author’s story, but the Committee considers that complete accuracy is seldom to be expected by victims of torture”. In een asielprocedure waar de bewijslast op de schouders van de asielzoeker rust en de geloofwaardigheid van het asielrelaas centraal staat, is dit problematisch. Het heeft als gevolg dat personen in een kwetsbare situatie die nood hebben aan internationale bescherming door de mazen van het ‘vangnet’ glippen.
NANSEN Profiel 2020-3 – Seksueel geweld – Vrouw uit DRC (Oosten) – Risico in geval van terugkeer
Vrouwen uit het oosten van de Democratische Republiek Congo die aangifte doen van seksueel geweld ter ondersteuning van hun verzoek om internationale bescherming lopen bij terugkeer het risico te worden vervolgd. Bij het onderzoek van hun vordering moet rekening worden gehouden met hun bijzondere procedurele behoeften en moet rekening worden gehouden met het geslacht. Bovendien moet rekening worden gehouden met de gevolgen van het opgelopen trauma. Het geweld dat wordt gepleegd is een vorm van vervolging in de zin van het Verdrag van Genève, althans op grond van het feit dat zij deel uitmaken van de sociale groep van vrouwen. Gezien de context waarin het geweld wordt gepleegd, met name het profiel van de daders, is een intern beschermingsalternatief niet redelijk.
VN-deskundigen luiden de noodklok: Covid-19 verergert het risico op mishandeling en marteling wereldwijd
De coronaviruscrisis heeft de institutionele en procedurele tekortkomingen aan het licht gebracht die de risico op marteling en mishandeling voor talloze kinderen, vrouwen en mannen in alle regio’s van de wereld, volgens de experts. Zij waarschuwen: de COVID-19 pandemie niet mag worden gebruikt om te voorkomen dat het naleven van de universeel erkende plicht van regeringen om alle vormen van marteling uit te roeien en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen.