Deze bijdrage werd geschreven door NANSEN naar aanleiding van de impasse die gecreëerd werd voor Palestijnse vluchtelingen omdat het CGVS de positieve rechtspraak van de RvV niet opvolgt. Volgens de RvV is UNRWA niet langer in staat daadwerkelijke bijstand te leveren aan Palestijnse vluchtelingen in Gaza en Libanon. In toepassing van artikel 1D, tweede lid Vluchtelingenverdrag moeten Palestijnse vluchtelingen van rechtswege erkend worden als vluchteling.
NANSEN bespreekt de noodzaak om Palestijnen van Gaza en Libanon onder UNRWA-mandaat op basis van deze rechtspraak van rechtswege te erkennen overeenkomstig artikel 1D, tweede lid van het Vluchtelingenverdrag. In eerste instantie wordt de beoordeling van de daadwerkelijkheid van UNRWA-bijstand juridisch gekaderd. Vervolgens wordt zowel voor Gaza als Libanon relevante COI met betrekking tot UNRWA en de sociaal- economische situatie besproken. Specifiek voor Gaza wordt de impact van de recente militaire operatie van Israël geduid op de sociaal economische situatie en wordt geargumenteerd waarom de weerkerende militaire acties van Israël op Gaza relevant zijn voor de beoordeling van de beschermingsnood.
Lees hier: