Dit artikel belicht de beschermingslacunes die ontstaan door opvallende benaderingen met betrekking tot de staatloosheid van Palestijnse vluchtelingen, aangenomen door verschillende Belgische belanghebbenden.
Wanneer rechters proberen de definitie van een “staatloze persoon” toe te passen zoals vastgelegd in artikel 1 van het Verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen, worden zij geconfronteerd met specifieke uitdagingen. Sinds 2016 ontwikkelen zich verschillende normen met betrekking tot de vraag of en onder welke omstandigheden Palestijnen staatloos kunnen zijn volgens het internationaal recht. Deze ontwikkeling past echter in een nationaal landschap dat wordt gekenmerkt door een procedure voor de vaststelling van staatloosheid die op verschillende manieren niet voldoet aan de normen zoals uiteengezet in de Handleiding van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen over de bescherming van staatlozen.
Lees hier het artikel in het Engels.
Dit artikel is gepubliceerd in de Statelessness and Citizenship Review, een online tijdschrift dat volledig gewijd is aan het bevorderen van het begrip van staatloosheid en aanverwante fenomenen en uitdagingen op het gebied van burgerschap.