NANSEN stelt een analyse voor van de Nederlandstalige rechtspraak van de RvV inzake verzoekers om internationale bescherming in België die reeds een beschermingsstatuut hebben in Griekenland.
Door de precaire levensomstandigheden in Griekenland voor begunstigden van internationale bescherming, beslissen sommigen van hen om het land te verlaten en in een andere EU-lidstaat internationale bescherming te zoeken. In principe is dergelijk verzoek om internationale bescherming onontvankelijk. Er bestaat immers een weerlegbaar vermoeden dat een begunstigde van internationale bescherming geen nood meer heeft aan bescherming in een andere lidstaat. Uit een analyse van de Nederlandstalige rechtspraak van de RvV blijkt echter dat in 2024 een groot aantal van de niet-ontvankelijkheidsbeslissingen vernietigd werd en terugverwezen werd naar het CGVS. De reden? De steeds precairdere levensomstandigheden in Griekenland voor personen die er internationale bescherming genieten.
Hier analyseert NANSEN ten eerste de situatie van begunstigden van internationale bescherming in Griekenland. Vervolgens wordt dieper ingegaan op drie relevante juridische begrippen die de RvV als richtsnoer hanteert wanneer ze geconfronteerd wordt met verzoeken om internationale bescherming van personen die reeds een beschermingsstatuut hebben in een andere lidstaat. Ten slotte wordt de rechtspraak van de RvV onder de loep genomen om de omstandigheden te begrijpen waarin een persoon die internationale bescherming geniet in Griekenland, toch zijn verzoek om bescherming in België ontvankelijk kan laten verklaren.
Lees hier de NANSEN Note 2025-3: “Personen met een internationaal beschermingsstatuut in Griekenland: analyse van de Nederlandstalige rechtspraak van de RvV” (enkel beschikbaar in het Nederlands)